top of page

Uitgelicht: kinderen op de cacaoplantage

Bekijk het filmpje hiernaast.

​

De verhalen van Abdul en Yaku zijn helaas geen uitzonderingen op de regel. Bijvoorbeeld in Ivoorkust, de grootse cacaoleverancier ter wereld, werken honderdduizenden kinderen op de plantages. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, vaak zonder loon en in ruil voor één kleine maaltijd per dag. Dag in dag uit zijn zij bezig met cacaobonen, maar waar cacao voor is, dat weten ze eigenlijk niet. Abdul heeft nog nooit chocolade gegeten. 

 

Ouders in arme landen staan hun kinderen vaak af aan vreemden met mooie beloftes, in de hoop dat hun kinderen het beter zullen krijgen. Zij worden echter verhandeld en belanden in bijvoorbeeld de visserij, de seksindustrie of, zoals Abdul, op een plantage. 

Van het merendeel van de chocolade die in de winkels te koop is, kunnen we niet achterhalen wie ervoor gewerkt heeft, of onder welke omstandigheden.  

Kijk maar naar onderstaand schema; de productieketen van cacao.

​

​

​

​

Zoals je kan zien is dat een ingewikkeld proces. De producent van cacao is niet één persoon: het zijn miljoenen kleine boeren. Zij verkopen hun producten lokaal door, waarna de internationale handel begint. Waar, en door wie, de cacaobonen verbouwd zijn wordt daardoor lastig te herleiden. Het gevolg is dat kinderen als Abdul onzichtbaar worden in het grote productieproces van de chocolade die wij in de supermarkt kopen.

Slavernij en kinderarbeid zijn verboden. Hoe kan het dan dat zo veel kindslaven betrokken zijn bij de productie van onze chocolade? Het probleem is groot en ingewikkeld. De landen waar de cacao vandaan komt, zoals Ivoorkust, hebben geen baat bij het controleren van de plantages. Cacaobonen leveren namelijk 60% van de nationale export van het land op. Arme landen hebben helaas meer belang bij die inkomsten dan bij het waarborgen van mensenrechten.

Internationale handelaren weten niet wie hun cacao produceert, maar stellen de prijs die ze ervoor moeten betalen vaak voorop. Cacao die slaafvrij geproduceerd wordt, is duurder. Veel grote bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie doen daarom ook geen moeite om uit te zoeken waar hun grondstoffen vandaan komen, dat is voor hun eigen winst ongunstig.

Consumenten in de winkel zijn op hun beurt soms geneigd om het goedkoopste product te kopen. In het geval van chocolade betekent dat vaak: geproduceerd door slaven, waarvan er veel nog kinderen zijn.

Op deze manier wordt slavernij in de cacao-industrie op alle plekken in de productieketen in stand gehouden. Hoe kunnen wij dit veranderen?   

bottom of page