top of page
Informatief

Een leven zonder chocola, koffie, thee, suiker en specerijen is nu bijna niet meer voor te stellen. Er is geen winkel waar je deze producten niet kan kopen, aangevoerd via vliegtuigen, vrachtschepen en auto's. Honderden jaren geleden was dit echter wel anders:  

​

​

​

​

​

​

​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zoals je in het filmpje kon horen komen de producten die je nu dagelijks eet uit verschillende gebieden, ver van Nederland vandaan. Dit begon allemaal in de 17e eeuw, ook wel de Gouden Eeuw genoemd. 

​

Voor een groot deel van de Nederlandse bevolking was de 17e eeuw een prachtige eeuw om in te leven. De plotselinge economische vooruitgang, technologische vernieuwingen en wetenschappelijke ontdekkingen maakten het leven gemakkelijker. Op politiek en militair vlak verwierf Nederland een steeds invloedrijke positie. De Nederlandse economie groeide onder andere doordat Nederland een leidende rol had gekregen in de wereldhandel. Nederland werd het hart van de wereld, met als belangrijkste stad Amsterdam. 

​

Wat zou een reden kunnen zijn dat Nederland zo succesvol was tijdens de Gouden Eeuw? Een antwoord vind je hier.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

Verder was Nederland sinds 1568 in een oorlog tegen de Spanjaarden verwikkeld, ook wel de Tachtigjarige Oorlog genoemd. De Spaanse koning Filips II wilde namelijk de baas in Nederland zijn, terwijl zij dit juist absoluut niet wilden. In 1648 werd de Vrede van Münster getekend, waarmee de oorlog tussen Spanje en Nederland ten einde kwam. 

 

De leidende rol in de wereldhandel werd onder andere veroorzaakt door de oprichting van twee gezelschappen. De eerste werd in 1602 opgericht; De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Bij dit collectief handelde men met name in producten als thee, koffie, suiker en specerijen. Deze producten werden enorm populair en de vraag hiernaar was dan ook groot. In het begin hadden ze natuurlijk vooral een economische functie, maar later kreeg de VOC zelfs invloed in de politiek!

 

De andere gemeenschap, de in 1621 opgerichte West-Indische Compagnie (WIC), hield zich daarentegen met hele andere handelswaar bezig. Deze groepering handelde namelijk in slaven. Slaven zijn mensen die geen invloed kunnen uitoefenen op hun eigen doen en laten Ze worden gedwongen voor anderen te werken. Daarbij worden ze ook vaak mishandeld, misbruikt en gediscrimineerd. Dit gebeurde ook op de suiker- en koffieplantages, waarover je in les 2 en 3 meer gaat leren.

           

De WIC handelde onder andere via de Trans-Atlantische Driehoekshandel. Deze handel gaat als volgt: Vanuit Nederland werden wapens, kleding en kralen naar West-Afrika vervoerd. Deze producten werden geruild tegen mensen, die later als slaaf gebruikt zouden worden. De slaven werden naar Amerika gebracht, onder andere om op koffie en suikerplantages te werken. In Amerika werd van de winst van de slavenverkoop luxe producten gekocht, zoals koffie, suiker, cacao en katoen. Met een ruim vol luxe goederen voer het schip terug naar Nederland. 

​

Het was echter niet voor iedereen een Gouden Eeuw. Het verschil tussen arm en rijk was groot. De rijken woonden in grachtenpanden in Amsterdam en konden volop specerijen en andere producten kopen. De armen moesten echter vies werk doen en konden zeker geen luxe producten kopen. 

​

In 1672 kreeg Nederland zo veel tegenslagen te verduren, dat voor haar de Gouden Eeuw ten einde liep. Haar hoge positie in de wereld raakte ze kwijt en werd overgenomen door andere landen, zoals Engeland en Frankrijk.

           

Kortom, met de oprichting van de VOC en de WIC was Nederland tussen 1600 en 1700 het middelpunt van de wereld. De Nederlanders handelden in koffie, suiker en tabak, maar dat niet alleen, ook in mensen werd gehandeld. 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Een VOC-schip

Eigenlijk mag Nederland bij dit onderwerp geen 'Nederland' genoemd worden. Tussen 1588 en 1795 heette ze namelijk de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In een republiek wordt het staatshoofd door het volk gekozen. Een republiek was in die tijd bijzonder, omdat de meeste landen monarchieën waren. Hier wordt het staatshoofd door erfopvolging bepaald. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (voor het gemak vanaf nu weer Nederland genoemd) werd bestuurd door de Staten-Generaal. De Nederlandse provincies stuurden allemaal afgevaardigden naar deze Staten-Generaal. Zij waren verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van het land. De provincies waren echter heel zelfstandig en binnen de provincies hadden de steden veel macht. Rond 1600 kreeg Nederland veel nieuwe inwoners. Dit kwam doordat in Nederland in grotere mate religieuze vrijheid was en omdat er meer kansen waren op banen, in tegenstelling tot andere landen. 

bottom of page